Mobilisatie- en manipulatietechnieken
Mobilisatie- en manipulatie-technieken zijn onmisbaar in de toolkit van elke manueel therapeut om patiënten met gewrichtsklachten effectief te behandelen. Deze technieken worden afgestemd op de specifieke behoeften van de patiënt en de aard van de klacht. In dit artikel bespreken we de belangrijkste technieken, inclusief hoge- en lage-snelheidsbenaderingen, en geven we inzicht in hun toepassing en effectiviteit.
In dit artikel komen de volgende onderwerpen aan bod:
- Het werkingsmechanisme van mobilisatie- en manipulatie-technieken
- Overzicht van technieken: angulatie, translatie, tractie, HVT, LVT, rolglijmanipulatie en oscillatie
- Indicaties voor het gebruik van verschillende technieken
- Multidisciplinaire samenwerking en patiëntvoorlichting
- Praktische tips en inzichten voor therapeuten
- Literatuurlijst
- Conclusie
1. Het werkingsmechanisme van mobilisatie- en manipulatie-technieken
Mobilisatie- en manipulatie-technieken zijn essentieel binnen de manuele therapie. Ze richten zich op het herstellen van gewrichtsbewegingen, het verlichten van pijn en het optimaliseren van de functie van omliggende structuren. Door subtiele aanpassingen en gerichte bewegingen stimuleert deze aanpak het natuurlijke herstelproces van het lichaam. De voordelen zijn direct merkbaar, zoals verbeterde mobiliteit en pijnverlichting, wat bijdraagt aan een sneller herstel en een betere kwaliteit van leven voor de patiënt.
Meer weten? Lees verder op onze pagina "Hoe manipulatie werkt: werkingsmechanismen".
2. Overzicht van technieken
2.1 Angulatie
- Wat is het?
- Angulatie is een techniek waarbij een gewricht in een specifieke hoek wordt bewogen, met als doel de spanning te beïnvloeden in structuren zoals bot, gewrichtskapsel en spieren.
- Wanneer toegepast?
- Om bewegingsbeperkingen te testen en te vergroten, bijvoorbeeld bij postoperatieve revalidatie.
- Om pijn te verminderen door spanning in omliggende structuren te verlichten.
- Bij evaluatie van biomechanische beperkingen van een gewricht.
- Effectiviteit: Angulatie wordt vaak gebruikt om de functionele bewegingsuitslag te verbeteren en pijn te verlichten bij aandoeningen zoals capsulitis of frozen shoulder.
2.2 Translatie
- Wat is het?
- Translatie omvat het gecontroleerd laten glijden van de gewrichtsoppervlakken langs elkaar, essentieel voor normale biomechanische gewrichtsfuncties.
- Wanneer toegepast?
- Bij gewrichtsstijfheid door aandoeningen zoals artrose of adhesies.
- Om de glijfunctie van een gewricht te herstellen, bijvoorbeeld bij kniestijfheid.
- Als onderdeel van een behandelplan voor mobiliteitsbeperkingen door trauma of chirurgie.
- Effectiviteit: Translatie is effectief in het herstellen van een gezonde glijfunctie, wat essentieel is voor pijnvrije beweging en herstel.
2.3 Tractie
- Wat is het?
- Tractie is een techniek waarbij gecontroleerde trekkracht op een gewricht wordt uitgeoefend, wat spanning in het kapsel vermindert en druk op intra-articulaire structuren verlaagt.
- Wanneer toegepast?
- Bij pijnklachten door compressie, zoals lage rugpijn of heupklachten.
- Om mobiliteit te verbeteren bij vastzittende gewrichten, bijvoorbeeld na immobilisatie.
- Bij patiënten met verhoogde intra-articulaire druk, zoals bij artrose.
- Effectiviteit: Tractie wordt gebruikt om pijn te verminderen en het bewegingsbereik te vergroten, vooral bij gewrichten die beperkt zijn door verklevingen, verhoogde druk of inflammatie. De techniek wordt afgestemd op de specifieke klacht en situatie van de patiënt.
2.4 High Velocity Thrust (HVT)
- Wat is het?
- HVT is een snelle, gecontroleerde techniek met een korte impuls. Deze techniek gaat vaak gepaard met een hoorbare ‘klik,’ wat wijst op een plotselinge verbetering in gewrichtsmobiliteit.
- Wanneer toegepast?
- Bij blokkades en bewegingsbeperkingen in de wervelkolom.
- Effectief voor acute nek-, rug- en schouderklachten.
- Geschikt bij mechanische blokkades in grote gewrichten zoals de heup en knie.
- Effectiviteit: HVT biedt vaak onmiddellijke pijnverlichting en verbetering van de mobiliteit. Het is vooral nuttig bij patiënten met acute bewegingsbeperkingen.
2.5 Mobilisaties
- Wat is het?
- Mobilisaties zijn trage, gecontroleerde technieken waarbij bewegingen binnen het fysiologische bereik van een gewricht worden uitgevoerd. Ze richten zich op pijnverlichting en verbeterde mobiliteit zonder gebruik van impulsieve bewegingen.
- Wanneer toegepast?
- Bij gevoelige of kwetsbare gewrichten, zoals bij osteoporose of artrose.
- Voor patiënten waarbij manipulaties (HVT) niet geschikt zijn.
- Bij chronische klachten, zoals een stijve schouder na frozen shoulder of een pijnlijke knie door artrose.
- Effectiviteit: Mobilisaties zijn een veilige en effectieve techniek om de mobiliteit en pijnklachten te verbeteren bij patiënten met een lage pijntolerantie of chronische aandoeningen.
2.6 Rolglijtechniek
- Wat is het?
- Deze techniek combineert rollende en glijdende bewegingen van de gewrichtsoppervlakken. Dit wordt gebruikt om het gewrichtskapsel gecontroleerd op rek te brengen en de normale gewrichtsfunctie te herstellen.
- Wanneer toegepast?
- Bij stijve gewrichten met beperkte bewegingsvrijheid, zoals de schouder bij frozen shoulder.
- Om kapselspanning te verminderen, bijvoorbeeld in de knie of heup na trauma of chirurgie.
- Voor het herstellen van functionele bewegingspatronen in de revalidatiefase.
- Effectiviteit: De rolglijtechniek is bijzonder effectief voor het vergroten van de bewegingsuitslag in gewrichten en het verminderen van spanning in het gewrichtskapsel.
2.7 Oscillatie
- Wat is het?
- Oscillatie omvat lichte, repetitieve bewegingen binnen het fysiologische bewegingsbereik van een gewricht. Het stimuleert mechanoreceptoren en vermindert pijn.
- Wanneer toegepast?
- Bij lichte bewegingsbeperkingen en pijnklachten, bijvoorbeeld in de vroege fasen van revalidatie.
- Voor gewrichten die continue, lichte beweging nodig hebben, zoals na een knie- of enkelblessure.
- Bij patiënten met een lage pijntolerantie of hoge gevoeligheid.
- Effectiviteit: Oscillatie is een veilige en effectieve techniek voor pijnverlichting en mobiliteitsverbetering, vooral bij patiënten in een vroege of gevoelige fase van herstel.
Belangrijke overwegingen
Het kiezen van de juiste techniek is afhankelijk van:
- De aard van de klacht: Mechanische blokkade, inflammatie of structurele beperking.
- De patiëntspecifieke situatie: Leeftijd, medische contra-indicaties en pijntolerantie.
- Therapeutische doelen: Directe pijnverlichting, herstel van biomechanische functies of preventieve zorg.
Met deze technieken biedt de manueel therapeut maatwerkbehandelingen die bijdragen aan het herstel en de functionaliteit van de patiënt.
3. Indicaties voor mobilisatie- en manipulatie-technieken
Mobilisatie- en manipulatie-technieken zijn geschikt voor een breed scala aan klachten waarbij biomechanische factoren een rol spelen, of deze nu de oorzaak zijn of bijdragen aan het in stand houden van klachten. Ze kunnen zowel oplossend werken als voorwaarden scheppen voor herstel.
Geschikte toepassingen zijn onder andere:
- Aspecifieke bewegingsfunctiestoornissen zonder duidelijke onderliggende aandoening, maar met beperkte gewrichtsmobiliteit.
- Blokkades in gewrichten, zoals schouder, heup of knie, die normale beweging en functie belemmeren.
- Bewegingsbeperkingen door aandoeningen, zoals artrose, capsulitis of fibrose.
- Chronische pijnsyndromen waarbij beperkte mobiliteit en spierspanning bijdragen aan de klachten.
Bij het kiezen van een techniek is het cruciaal om de biomechanische aard van de klacht te beoordelen. De behandeling kan gericht zijn op directe verlichting of op het scheppen van voorwaarden voor herstel. Rekening houden met factoren zoals pijn, ernst van de klacht en patiënttolerantie is hierbij essentieel.
4. Multidisciplinaire samenwerking en patiëntvoorlichting
Samenwerking met andere disciplines, zoals een sportarts of orthopeed, is alleen nodig bij rode vlaggen, complexe klachten of onvoldoende verbetering met conservatieve behandeling. Dit voorkomt onnodige verwijzingen en houdt de zorg doelgericht en effectief.
Voorlichting aan patiënten
Duidelijke voorlichting is essentieel om verwachtingen te managen en therapietrouw te bevorderen. Bespreek:
- De doelen van de behandeling.
- Mogelijke sensaties tijdens en na de behandeling.
- Het belang van oefentherapie en zelfmanagement voor herstel.
Een gerichte aanpak en goede communicatie versterken de kwaliteit van zorg en de betrokkenheid van de patiënt.
5. Praktische tips en inzichten voor therapeuten
Contra-indicaties:
- Vermijd manipulaties bij acute ontstekingen, maligniteiten, osteoporose, ernstige cardiovasculaire aandoeningen of andere medische contra-indicaties.
- Voer altijd een grondige screening uit om risico’s te minimaliseren, vooral bij manipulaties in de cervicale wervelkolom.
Belang van hoog-cervicale stabiliteitstests
- Bij manipulaties in de cervicale regio is het essentieel om vooraf de stabiliteit van de bovenste cervicale wervelkolom te testen. Dit voorkomt ernstige complicaties zoals neurovasculaire schade of ligamentaire instabiliteit. Hieronder staan de belangrijkste hoog-cervicale stabiliteitstests:
- Doel: Beoordeling van het transversale ligament van de atlas, dat de dens van de axis stabiliseert.
- Uitvoering:
- Laat de patiënt in een zittende positie de nek in lichte flexie brengen.
- Plaats één hand op het voorhoofd en de wijsvinger van de andere hand op het doornuitsteeksel van C2.
- Oefen een zachte, posterieure kracht uit op het voorhoofd.
- Interpretatie:
- Een positieve test wordt gekenmerkt door een voelbare of hoorbare ‘klik’ of vermindering van symptomen, wat wijst op instabiliteit van het transversale ligament.
2. Transverse Ligament Stress Test
- Doel: Beoordeling van de integriteit van het transversale ligament.
- Uitvoering:
- De patiënt ligt in rugligging.
- Fixeer het occiput en de atlas met beide handen en breng de atlas voorzichtig anterieur zonder flexie of extensie toe te passen.
- Interpretatie:
- Een positieve test wordt gekenmerkt door neurologische symptomen zoals tintelingen of spierspasmen, wat duidt op instabiliteit van het ligament.
3. Upper Cervical Flexion Test
- Doel: Evaluatie van de integriteit van de bovenste cervicale ligamenten en de reactie van de wervelkolom op flexie.
- Uitvoering:
- De patiënt ligt in rugligging.
- Fixeer de C2-wervel met een sleutelgreep en breng het hoofd voorzichtig in flexie.
- Interpretatie:
- Een positieve test wordt gekenmerkt door symptomen zoals diffuse pijn in de nek, hoofdpijn of neurologische klachten, wat wijst op instabiliteit.
- Doel: Beoordeling van de integriteit van de alaire ligamenten, die rotatie en lateroflexie van de bovenste cervicale wervelkolom stabiliseren.
- Uitvoering:
- De patiënt ligt in rugligging.
- Fixeer de C2-wervel en voer passieve lateroflexie of rotatie van het hoofd uit.
- Interpretatie:
- Overmatige beweging of een vertraagde respons wijst op ligamentaire instabiliteit.
- Doel: Beoordeling van instabiliteit tussen de bovenste cervicale wervels (bijvoorbeeld C1-C2).
- Uitvoering:
- De patiënt ligt ontspannen in rugligging.
- Plaats de duimen of vingers van beide handen op de laterale massa’s van twee aangrenzende cervicale wervels (bijvoorbeeld C1 en C2).
- Oefen een lichte, laterale schuifkracht uit op de wervels in tegengestelde richtingen.
- Interpretatie:
- Een positieve test wordt gekenmerkt door overmatige beweging, pijn of neurologische symptomen, wat duidt op instabiliteit.
- Doel: Evaluatie van vasculaire integriteit in de cervicale regio om vasculaire betrokkenheid uit te sluiten.
- Uitvoering:
- De patiënt ligt in rugligging.
- Beweeg het hoofd passief in extensie, lateroflexie en rotatie en observeer symptomen zoals duizeligheid, visuele verstoringen, of nystagmus.
- Interpretatie:
- Positieve bevindingen duiden op vasculaire betrokkenheid en contra-indiceren manipulatie.
Risk-benefit analyse:
- Weeg de risico’s en voordelen zorgvuldig af, vooral bij kwetsbare patiënten zoals ouderen of patiënten met artrose of neurologische aandoeningen.
- Mogelijke risico’s omvatten:
- Neurologische symptomen, zoals tintelingen, spierzwakte of uitval door compressie of irritatie van zenuwen.
- Vaatcomplicaties, zoals dissectie van een arterie bij manipulatie in het cervicale gebied.
- Botbreuken of letsel bij osteoporose.
Informed consent:
- Bespreek met de patiënt de aard van de behandeling, mogelijke risico’s en beschikbare alternatieven.
- Zorg dat de patiënt een informed consent-formulier ondertekent voordat manipulaties worden uitgevoerd.
Persoonlijke benadering:
- Kies een techniek die past bij de specifieke behoeften, conditie en tolerantie van de patiënt.
- Overweeg alternatieven zoals mobilisaties of oefentherapie wanneer manipulatie risico’s met zich meebrengt.
Evaluatie:
- Monitor regelmatig de voortgang van de patiënt en documenteer alle uitgevoerde tests en behandelingen.
- Pas de behandelstrategie aan indien nodig om optimale resultaten te bereiken.
Praktijkvoorbeeld:
Bij een oudere patiënt met cervicale artrose en een verhoogd risico op botfragiliteit zijn manipulaties niet aanbevolen. Mobilisaties of technieken zoals Trigger Point Release (TPR) bieden in dat geval een veiliger alternatief.
6. Literatuurlijst
- Bergman, G. J. D., Winters, J. C., Groenier, K. H., & van der Heijden, G. J. M. G. (2004). Manipulaties en mobilisaties bij schouderklachten: een gerandomiseerd klinisch onderzoek. Stimulus, 22(3), 120-125.
- Physiotutors. (2023). Het effect van mobilisaties en oefentherapie voor sacroiliacale gewrichtsdysfunctie. Physiotutors Research.
- Bronfort, G., Haas, M., Evans, R. L., Leininger, B., & Triano, J. (2010). Effectiveness of manual therapies: the UK evidence report. Chiropractic & Osteopathy, 18(1), 3.
- Mulligan, B. R. (2010). Het Mulligan Concept: een nieuwe, veilige en effectieve manier van mobiliseren. Mulligan Concept Nederland.
- Stecco, A., & Stecco, C. (2014). Fascial manipulation: theoretical basis and clinical applications. Journal of Bodywork and Movement Therapies, 18(3), 362-363.
- Huisman, P. A., Speksnijder, C. M., & Tuijthof, G. J. M. (2013). Mobilisaties en manipulaties: biomechanische principes en klinische toepassingen. Tijdschrift voor Fysiotherapie, 123(2), 45-50.
- Cook, C., & Goode, A. (2006). Mobilization techniques in physical therapy: a systematic review. Journal of Manual and Manipulative Therapy, 14(4), 207-217.
- Paris, S. V. (2000). Mobilization of the spine. Journal of Manual and Manipulative Therapy, 8(1), 1-13.
- Maitland, G. D. (2005). Vertebral Manipulation: An Evidence-Based Approach to Physical Therapy. Butterworth-Heinemann Medical.
- Flynn, T. W., Fritz, J. M., & Whitman, J. M. (2003). A clinical prediction rule for classifying patients with low back pain who demonstrate short-term improvement with spinal manipulation. Spine, 27(24), 2835-2843.
7. Conclusie
Mobilisatie- en manipulatie-technieken vormen een belangrijk onderdeel van manuele therapie. Het kiezen van de juiste techniek, afgestemd op de patiënt, kan bijdragen aan sneller herstel, verbeterde mobiliteit en pijnverlichting. Door multidisciplinaire samenwerking en heldere patiëntvoorlichting wordt de kwaliteit van zorg verder geoptimaliseerd.
Download de Physiotutors app
De Physiotutors app biedt alles wat je nodig hebt om jouw klinische vaardigheden en kennis te versterken. Je krijgt direct toegang tot:
- Orthopedische testen en klinische tools voor een precieze beoordeling.
- Evidence-based richtlijnen voor onderbouwde behandelingen.
- Educatieve video’s met duidelijke demonstraties van tests en behandeltechnieken.
- Podcasts met inspirerende gesprekken en actuele inzichten van experts.
Deze complete alles-in-één tool ondersteunt je bij screening, klinisch redeneren en het opstellen van effectieve behandelstrategieën.
Onmisbaar voor elke zorgprofessional die streeft naar de beste zorg.
Download nu!